anticiperen op

werkw.
Uitspraak:  [ɑntisiˈperə(n) ɔp]
Vervoegingen:  anticipeerde op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geanticipeerd op (volt.deelw.)

rekening houden met iets wat nog niet is gebeurd
Voorbeeld:  `anticiperen op de nieuwe wetgeving`
Synoniem:  vooruitlopen op


Synoniemen
vooruitlopen op   

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van anticiperen op?
De verleden tijd van anticiperen op is 'anticipeerde op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geanticipeerd op'.
Wat betekent anticiperen op?
'rekening houden met iets wat nog niet is gebeurd'
Hoe spel je anticiperen op?
anticiperen op spel je A N T I C I P E R E N Spatie O P
Wat is een ander woord voor anticiperen op?
Een ander woord anticiperen op is vooruitlopen op.

Op andere websites
Zoek anticiperen op op Woordenlijst.org
Zoek anticiperen op op Google
Zoek anticiperen op op Wikipedia